‘In uw gemeente zijn jeugdorganisaties actief, zoals scouting, sportverenigingen, jeugdclubs, kinderwerk en speeltuinverenigingen. Zij werken in buurten waar kinderen opgroeien. Zij werken – samen met jeugdzorgorganisaties – vaak onzichtbaar in het ‘voorliggend veld’ en geven vorm aan positief en preventief jeugdbeleid. Met vrijwilligers én waar nodig professionals. Deze organisaties verdienen uw steun. De resultaten van hun werk zijn op langere termijn zichtbaar. Dat vraagt dan ook om langdurige, structurele ondersteuning, niet (alleen) om kortdurende projectsubsidies.’
Zo opent Platform Ruimte voor de Jeugd haar brief aan de commissies, die voor politieke partijen de verkiezingsprogramma’s schrijven voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018. Het pleidooi voor robuuste en structurele ondersteuning van het jeugdwerk is een terugkerend thema bij Ruimte voor de Jeugd. Maar waarom?
Froukje Hajer, voorzitter van Ruimte voor de Jeugd: ‘De jeugdwet legt de verantwoordelijkheid voor het jeugdbeleid bij de gemeente. Het gaat – over het algemeen – goed met onze jeugd. Maar dat is niet vanzelfsprekend. De kost gaat voor de baat uit. Jeugdbeleid is breder dan jeugdzorg. Het ‘voorliggend veld’ biedt structuur en veiligheid, signaleert en kan tijdig ingrijpen, voordat kinderen buiten de boot vallen.’
Wat dat in de praktijk betekent? Marijke Jongerius, deelnemer van Ruimte voor de Jeugd en coördinator van de VoorleesExpress, komt in wijken waar mensen met tientallen verschillende nationaliteiten wonen. ‘Mensen verstaan elkaar niet, hebben veel meegemaakt voordat ze hier terecht kwamen. Je ziet dat sommige mensen de neiging zich terug te trekken in hun eigen subcultuur, dat gezinnen een geïsoleerd bestaan leiden. In delen van de wijk kunnen kinderen niet veilig buiten spelen, de straatcultuur is hard. Soms bedreigen zelfs kinderen elkaar.’
Intussen is spelen voor deze kinderen van extra groot belang. Jongerius: ‘Spelen is voor kinderen dé manier om de wereld te ontdekken en op een positieve manier met andere kinderen in contact te komen. Om veilig te kunnen spelen zijn beschermde speelplekken met toezicht en continuïteit essentieel. Werken met vrijwilligers is prima. Maar in deze wijken zijn professionele jeugdwerkers noodzakelijk. Vaste mensen die een band kunnen opbouwen met de kinderen en verstand hebben van spel en spelondersteuning. Alleen dan bied je álle kinderen de mogelijkheid om veilig te spelen.’
Marian Schouten
Dit artikel verscheen eerder in het magazine Buitenspelen.