‘Kaart laat zien: Amsterdamse trottoirs ongeschikt voor anderhalvemeter-samenleving’ kopte NOS Nieuws half mei. Ja, u leest het goed. Dit is wetenschappelijk vastgesteld door onderzoekers van de TU Delft, met behulp van een heus computerprogramma.

‘Vertel ons wat’, zullen duizenden voetgangers, steppende kinderen, rolstoelrijders, kinderwagenduwers en rollatorwandelaars hebben gedacht. ‘De Amsterdamse straten (en die van de meeste andere steden) zijn voor ons al decennialang no go area’s. Onze stedelijke trottoirs zijn plekken waar alleen geparkeerde auto’s, rondslingerende afvalbakken en acrobatische jongelui zich op hun gemak voelen. Voor lopen en spelen zijn deze trottoirs duidelijk niet bedoeld.’

Tot dit voorjaar. Want Corona maakt alles anders. Opeens zijn wandelen en fietsen hét antwoord op het mobiliteitsvraagstuk van de anderhalvemeter-samenleving. Hebben we onze trottoirs hard nodig. En doen wetenschappers de onthullende ontdekking dat die trottoirs ‘ongeschikt’ zijn.

Dat ruimtegebrek geldt natuurlijk ook voor steden buiten Nederland. En daar is het kwartje inmiddels wel gevallen. De binnenstad van Brussel wordt één groot woonerf, waar automobilisten voorrang moeten verlenen aan voetgangers en fietsers. Rome, Parijs en Milaan leggen nieuwe fietspaden aan en reserveren straten geheel voor wandelaars en fietsers. Nederland blaast ook voorzichtig een partijtje mee: Bunnik sluit straten rond scholen af voor auto’s.

Wat kinderen, ouderen en mensen met een beperking al jaren weten, is in onze anderhalvemeter-samenleving opeens glashelder voor iedereen: rustige straten, brede trottoirs en fietspaden dragen bij aan veilige en prettige mobiliteit. Ruimte om een ommetje te maken, met de buren te kletsen en samen te spelen hebben we nodig voor een gelukkig leven. Parken in de buurt en natuur in en rond de stad helpen ons om gezond te blijven.

Als bakermat van het woonerf kan Nederland intussen natuurlijk niet achterblijven. Wij wachten in spanning op de aankondiging dat Amsterdam één groot woonerf wordt. Met – vooruit dan maar – voor de snelheidsduivels hier en daar een 30 km-straat met brede trottoirs. En als we toch bezig zijn, doe dan meteen alle steden en dorpen in Nederland maar. En dát nieuwe normaal mag wat ons betreft dan nog heel lang duren.

Deze column van Platform Ruimte voor de Jeugd verscheen eerder in het blad BuitenSpelen 2020-2.
Tekst: Marian Schouten.