Utrecht loopt voorop als het gaat om inclusief spelen. Want kinderen met een beperking moeten in hun eigen wijk kunnen spelen, vindt de gemeente. Het afgelopen jaar zijn daarom meerdere speeltuinen aangepakt om samen spelen mogelijk te maken. Om dat te vieren, maakten ruim twintig Utrechtse samenspeelfans een fietstocht langs drie samenspeeltuinen.
Eén daarvan is de speeltuin op het sfeervolle Bankaplein. Die is – in samenspraak met omwonenden en vrijwilligers – flink onder handen genomen door ontwerpster Suzanne van Ginneken van Speelnatuur. “Het mooiste vind ik het om onzichtbaar inclusief te werken”, vertelt ze. Een fraai voorbeeld is de gidslijn van mozaïek die over het verharde hoofdpad slingert. Een sieraad voor de tuin en een hulpmiddel voor kinderen met een beperkt gezichtsvermogen om de weg te vinden. Andere voorbeelden zijn de modderkeuken en de waterspeelplek die van de ene kant via het verharde hoofdpad bereikbaar zijn en aan de andere kant in het zand staan.
Kinderen op fietsjes kunnen terecht op een apart parcours. Van Ginneken “In de oude situatie reden ze door de hele speeltuin. Voor kinderen die moeite hebben met drukte en onverwachte situaties was dat niet ideaal. Nu zijn er meerdere rustige plekken, waar je je even kunt terugtrekken.” Niet alles is voor iedereen toegankelijk: “Het grote klimtoestel hebben we laten staan. Door er een praatpaal bij te zetten, hebben we de speelmogelijkheden wel uitgebreid.” En zo zit speeltuin Bankaplein vol verborgen inclusiviteit.
Kleine aanpassingen
In de speeltuin van stadsboerderij Griftsteede zit Kees-Jan van der Klooster van het Wheelchair Skills Team klaar met tien rolstoelen om de deelnemers aan de excursie zelf te laten ervaren hoe het is om in een rolstoel te zitten en te spelen. Even later racen enthousiaste rolstoelers via de verharde paden naar de rolstoeltoegankelijke draaimolen. Een voorzichtige wheely wordt ingezet. “Ik geef rolstoelles aan mensen van alle leeftijden”, vertelt Van der Klooster. “Met een paar lessen kun je al veel vaardiger worden. Een wheely kunnen maken geeft je zoveel vrijheid. Je kunt dan bijvoorbeeld zelf stoepen op en af. Voor kinderen betekent dit dat ze zelfstandig naar de speeltuin kunnen.”
Hij wijst er op dat je als speeltuin echt niet meteen alles hoeft te verbouwen om inclusiever te worden. “Ook met beperkte financiële middelen en kleine aanpassingen kun je al veel doen. Zand bijvoorbeeld is geweldig om mee te spelen, ook voor kinderen met een beperking. Met losse rubber matten kun je door het zand een rolstoelpad leggen. En om kleine hoogteverschillen te overbruggen, kom je met een zelfgemaakt op/afritje vaak al een heel eind. Het moet wel deugdelijk zijn natuurlijk, maar het hoeft niet allemaal perfect. Het belangrijkste is dat elk kind zich welkom voelt.”
Samenspeelclub
De derde speeltuin van de excursie is Noordse Park. “Wij hebben ervoor gekozen om eerst de basisvoorzieningen op orde te brengen”, vertelt speeltuinmaker Sofie IJzerman. “Een elektrisch toegangshek dat met een drukknop opengaat, aanpassingen in de toiletruimte, meer schaduwplekken en een gelijkvloers pad. De toestellen komen later: zodra een toestel aan vervanging toe is, zoeken we een toestel dat aansluit bij onze samenspeelmissie.”
Bijzonder is dat de speeltuin is begonnen met een samenspeelclub. IJzerman: “Een feestelijke dag, waarop we kinderen met en zonder handicap uitnodigen om bij ons te komen spelen. We bieden leuke spelactiviteiten aan en stimuleren de kinderen om ook echt sámen te spelen.”
Ilse van der Put van Inclusive Play legt uit waarom zo’n extra inspanning nodig is: “Het toegankelijk maken van een speeltuin is belangrijk, maar het bereiken van gezinnen is dat ook. De ervaring leert dat lang niet alle gezinnen met een kind met een beperking op zoek zijn naar mogelijkheden om buiten te spelen. Nogal wat gezinnen zijn door negatieve ervaringen afgehaakt of denken dat buiten spelen voor hun kind niet mogelijk is. Een samenspeelclub of lokale speeltuinbende wil daar verandering in brengen. Door actief gezinnen te benaderen en uit te nodigen om mee te doen, ervaren gezinnen dat buitenspelen voor alle kinderen is en dat samen spelen leuk is.”
We zijn er trots op
In Utrecht zit samen spelen dus in de lift. Intussen zijn zes speeltuinen toegankelijk, de zevende is in de maak. “Met deze excursie vieren we waar we nu staan” vertelt Lucienne Pichot du Plessis, coördinator facilitair van de gemeente Utrecht. “Daar zijn we trots op. Maar we zijn er nog niet. We werken nu aan een website met als onderdeel een Toolkit Samen Spelen waarin we onze ervaringen verwerken, met een stappenplan voor de speeltuinen in Utrecht. We hopen dat onze speeltuinen ook voorbeelden met elkaar gaan delen en een echte samenspeelcommunity kunnen gaan vormen. Daarbij willen we ook samenwerken met andere partijen, zoals musea.” Samenwerking is zeker nodig voor de grootste uitdaging: het bereiken van de gezinnen met kinderen met een beperking. “Duidelijk communiceren, laten zien in welke speeltuinen gezinnen terecht kunnen, wat er is qua speelmogelijkheden en faciliteiten. En een lokale speeltuinbende bij iedere speeltuin zou geweldig zijn.”
Alles over samen spelen op één website
Alle informatie over samen spelen is te vinden op www.samenspeelnetwerk.nl. De website biedt een overzicht van samenspeelplekken in het hele land, tips voor gezinnen, gemeenten, bedrijven en zorgprofessionals, een bibliotheek en een prikbord. Een apart deel van de website is ingericht voor de nieuwe, uitgebreide Richtlijnen voor de inrichting van samenspeelplekken.
In deze Richtlijnen is aandacht voor zowel speelcultuur als speelomgeving. De 100-70-50-regel staat centraal: “Een samenspeelplek is een speelplek waar iedereen 100% welkom is, 70% van de speelaanleidingen bereikbaar is voor iedereen en 50% van de speelaanleidingen bespeelbaar is voor ieder kind en gericht is op het stimuleren van ontmoeting en samen spelen.”
Dit artikel verscheen eerder in BuitenSpelen 2021-4. Tekst: Marian Schouten